1932

In de jaren 20 van de vorige eeuw zagen een pas getrouwd stel, Filomena en Baldomero, mijn overgrootouders, evenals vele andere mannen en vrouwen in die tijd zich gedwongen te emigreren om een betere toekomst voor hun gezin te verwezenlijken. Mijn overgrootvader emigreerde naar Amerika waar hij lange tijd heen en weer reisde .In het jaar 1932 kocht hij een huis (een klein huis met kleine veranda, een ingang met pergola, een erf, meerdere gebouwen en een aangrenzende tuin, … bijvoorbeeld voor een graanschuur, een wijngaard….) Dit huis dat door de jaren heen door mijn ouders is gerenoveerd herbergt tegenwoordig de bodega Anadigna.

1950

Het kiezen van een naam voor een wijn is in veel gevallen net zo ingewikkeld als het kiezen van een naam voor je eigen kinderen, maar in ons geval wisten we dat het een eerbetoon moest zijn aan mijn grootmoeder Anadigna.
Aangezien mijn overgrootvader in Amerika was, groeide Anadigna op bij haar moeder, mijn overgrootmoeder Filomena waardoor ze alleen instonden voor het zware werk op de boerderij. Zij hield zich al langer bezig met werkzaamheden die door de samenleving op dat moment uitsluitend aan mannen waren voorbehouden. Velen herinneren zich hoe zij haar buren leerde manden te maken voor de pluk, door de harde rieten takken samen te binden, die in haar handen op dunne draden leken waar zij vorm aan gaf. Maar boven alles kreeg zij bekendheid door de beste wijn van de regio te maken. Kijkend naar de maan en in afwachting van de grillen van de natuur verzorgde zij haar wijnstokken met grote toewijding, wat resulteerde in het geschenk waarmee de natuur van de Rias Baixas ons heeft verrast. Methodisch en genereus als zij was ontdekte zij de vele geheimen van de kostbare gele vloeistof met de geur van fruit.
Net zoals haar moeder stond zij er in het leven alleen voor en voedde haar vier kinderen op met dezelfde vaste hand als waarmee zij de wijnstokken verzorgde, met dezelfde zorgvuldigheid waarmee zij de wijnstokken snoeide en met dezelfde wijsheid waarmee zij het optimale tijdstip van rijpheid koos om de trossen af te nemen, die zij elke dag in de zon, in de regen en in de wind van de Atlantische Oceaan met die karakteristieke geur van de zee had verzorgd. Een van die vier kinderen was mijn vader Belarmino. Hij deed me beseffen dat je voor het maken van goede wijn niet alleen van de plant en de druif moet houden maar ook van de grond die ons dit alles biedt.

1979

Mijn ouders, Belarmino en Carmen, kochten in het jaar 1979 “Veiga de Areas”, het stuk grond waar zij de eerste wijnstokken voor de albariño van de familie plaatsten. Tot die tijd werd de wijn met andere druivensoorten gemaakt en met die wijnstokken ontstond de droom om een andere soort wijn te maken. Ik was 9 jaar oud en kon me toen niet indenken dat mijn ouders diezelfde illusie aan mij doorgaven waarmee zij die eerste wijnstokken hebben geplaatst en waar alles mee begonnen is.

2012

Na het verlies van mijn moeder, en eerder al mijn vader en grootmoeder, groeide in mij het verlangen om hun werk voort te zetten. Ik wilde hun erfenis en het project van mijn grootmoeder Anadigna en ouders afwerken. Ons doel was een unieke Albariño-wijn, de vrucht van onze jarenlange arbeid, op de markt brengen. Toen besloten we de bodega gereed te maken en in te richten met moderne technische hulpmiddelen om een wijn te kunnen maken waar mijn familie trots op zou kunnen zijn. Elk glas van deze Rias Baixas is immers het resultaat van haar historische erfgoed.
Proost!